Duistere koffiebroodjes

Ik ben gelukkig.
Dit weekend heb ik 2 geweldige aankopen gedaan:
1.       Een nieuwe taartstandaard. Ik heb namelijk geen een ernstig tekort aan presentatiemateriaal…
2.       En een bus heerlijke vanillestokjes.

Allebei een redelijke aderlating, maar mijns inziens een goede investering (herkenbaar? Jezelf iets wijsmaken dat je het toch écht nodig hebt; zonder die ene paar schoenen, tas of armband is je leven niet compleet).
Maar goed, dat vraagt dan natuurlijk wel om een recept waarbij beide aanwinsten een waardige plek krijgen.
Nou is het toeval dat ik 2 jaar geleden voor mijn verjaardag een Banketbijbel* heb gekregen (Laten we voor het gemak buiten beschouwing laten dat dit boek boven aan mijn verlanglijstje stond en daarna een hele tijd niets). Zo’n boek is een leuke inspiratie voor mijzelf, maar wat blijkt, ook een goede inspiratiebron voor mijn omgeving. Nee, zij zijn echt niet allemaal opeens de keuken ingedoken. Nee, wat volgde waren allemaal suggesties/aanbevelingen/opdrachten/verzoekjes voor mij om mee aan de slag te gaan. Het ging zelfs zover dat mijn lieve schoonmoeder niet eerder in het boek zou schrijven voordat ik haar verzoek zou inwilligen. Regelrechte chantage zeg ik je! Zo lief en onschuldig als zij lijkt, zo gehaaid is ze als het op koffiebroodjes aankomt.
Nou ben ik gelukkig wel een gewillig slachtoffer en ben ik eindelijk gezwicht voor het zware juk dat ik al die tijd droeg.

Het zal geen verrassing zijn dat ik het recept op een aantal punten heb aangepast. Zo heb ik het recept voor de banketbakkersroom van mijn Bij-man** gebruikt en de krenten vervangen door alleen rozijnen en met 2/3 verminderd, meer dan genoeg!
Het originele recept zegt dat het voldoende is voor 12 stuks. Ik heb er zelfs 24 mini koffiebroodjes uit kunnen halen. Heerlijk handzaam formaat zeg ik je.

*De Banketbakker van Cees Holtkamp
*Zie de blog ‘Een Bij-man’
 

Koffiebroodjes van Cees Holtkamp
Ingrediënten voor 12 (en in mijn geval 24) stuks

Deeg
40 gram gist
180 gram lauwe melk*
500 gram bloem
25 gram witte basterdsuiker
1 ei
100 gram zachte roomboter
10 gram zout

Vulling
1/2 vanillestokje
250 ml melk
75 g suiker
2 eidooiers
1 el bloem
100 gram rozijnen ( of 50 gram krenten en 50 gram rozijnen)

150 gram Abrikozenjam
100 gram poedersuiker/ suikerbakkerspoeder
20 gram water
*Banketbakkers wegen ook hun vloeibare ingrediënten met een weegschaal en niet met een maatbeker. Dit is een stuk preciezer.
 
Maak eerst de banketbakkersroom. Dit moet namelijk nog even goed afkoelen voordat je het verder gaat verwerken.
Al die vanille spikkels, hmmmm
Halveer het vanillestokje in de lengte en schraap het merg eruit. Breng in een pan de melk met het vanillemerg en de helft van de suiker aan de kook. Roer de eidooiers met de rest van de suiker los en roer de bloem erdoor. Meng een scheutje warme melk door het eimengsel en schenk terug in de pan. Roer goed door. Breng de banketbakkersroom aan de kook en laat op laag vuur circa 3 minuten garen. Schenk de banketbakkersroom in een (bodem lichtjes vochtig gemaakt om plakken te voorkomen) schaal en laat het afgedekt afkoelen. Zet daarna in de koelkast om nog verder koelen.

Los de gist op in de melk. Maak een kuiltje in je bloem en strooi aan de randen het zout en suiker. In het midden doe je vervolgens de gistmelk, boter en ei. Meng alle ingrediënten voor het deeg erdoor en kneed het kort door elkaar. Je kan ook alle ingrediënten met de mixer mengen (gebruik wel de deeghaken). Laat het deeg afgedekt 30 minuten rusten in de koelkast en rol het dan uit tot een lap van 40 x 50 cm. Verdeel hier de room over, maar hou 5cm aan één kant van de langere randen vrij. Strooi de rozijnen over de gele room. Bestrijk de rand zonder vulling met een kwastje met water.
Rol het deeg vanaf de lange rand met room en zorg dat de sluitnaad goed op elkaar plakt. Snijd de rol in schijven van ongeveer 2 cm dik.
Leg de deegschijven op een met bakpapier beklede bakplaat en laat ze op een warme plek 40 minuten rijzen. Ik heb ze bij de oven in de buurt gezet die ik daarna aanzette.

Verwarm de oven voor op 220°C.
Bak de koffiebroodjes 12 minuten in de voorverwarmde oven.
Verwarm de abrikozenjam in een steelpannetje, deze geeft straks een mooie glans aan de koffiebroodjes.
Roer de poedersuiker met het water tot een glad papje.
Bestrijk de koffiebroodjes na het bakken met de verwarmde abrikozenjam en vervolgens met de poedersuikermengsel. Heerlijk als ze warm zijn, maar zeker zo lekker de volgende dag!

Fijne zondag!

Reacties

Populaire posts